Trots op Kernenergie

In 2011 werd Japan getroffen door een tsunami die volgde op één van de zwaarste aardbevingen uit de Japanse geschiedenis. Ten gevolge van de tsunami vielen er 18,000 doden en werd in een groot gebied alles vernietigd. In Fukushima werden de reservegeneratoren voor de koeling van de kernreactoren onbruikbaar door het water en werden de reactorkernen te heet waardoor waterstof ontstond in het reactorvat. Waterstof heeft weinig nodig om te ontploffen en dat is dan ook gebeurd. Daarbij werd radioactief materiaal de lucht in geslingerd. Het personeel van de reactor heeft deskundig en juist gereageerd en alles gedaan om erger te voorkomen. Bij de problemen rond de kerncentrale is geen enkele dode gevallen en ook achteraf heeft de wereld gezondheidsorganisatie WHO  geen verhoogde kans op stralingsgerelateerde ziektes kunnen constateren. Tijdens de crisis waren er voortdurend hulptroepen bij en rond de centrale en niemand daarvan is ziek geworden. Door paniek bij de overheid zijn toen wel 100,000 mensen uit de wijde omgeving geëvacueerd. Als gedaan was wat het in het rampenplan stond: een paar dagen binnenblijven en naar de radio luisteren had dit alles wellicht voorkomen kunnen worden. Ook hier lijkt de angst voor straling erger te zijn geweest dan de straling zelf. Het is dus zeer de vraag of de evacuatie niet beter achterwege had kunnen blijven want daarbij waren wél mensenlevens te betreuren als gevolg van stress.

Het enige ongeluk met een reactor in de VS was in 1979 op Three Mile Island. Daar werd een reactor te heet en smolt de kern. De behuizing bleef heel, niemand raakte gewond en er kwam geen radioactiviteit in de omgeving terecht. Ook hier brak paniek uit omdat kort ervoor de film The China Syndrome was uitgekomen. De film, met Jane Fonda in de hoofdrol, ging over een fictieve kernramp. Bij het ongeluk werd overigens niemand geëvacueerd en de verontreiniging is weggeruimd. Dat kostte tijd en geld maar er was geen blijvende schade.

In 1986 vond het kernongeluk in Tsjernobyl plaats dat toen nog in de Sovjet Unie lag. Het betrof hier een militaire reactor van een heel oud type zonder beschermende behuizing. Het ongeluk was het gevolg van een reeks bedieningsfouten maar veel erger was dat het dagenlang geheim is gehouden om gezichtsverlies te voorkomen. In West-Europa wisten we meer dan de bewoners in de directe omgeving. Er zijn kort na het ongeluk tientallen doden te betreuren geweest vooral onder de brandweerlieden. Het ware beter geweest als de Sovjet-autoriteiten direct hadden gereageerd en om hulp hadden gevraagd. Dan zouden de mensen uit de directe omgeving  zijn geëvacueerd en zouden in een groter gebied Jodiumtabletten zijn uitgedeeld. Ook hier is zeer de vraag of de massale evacuatie die pas dagen later op gang kwam nodig is geweest. Op grond van de vrijgekomen straling en de late actie moet worden aangenomen dat enkele duizenden mensen ziek moeten zijn geworden. Tot op de dag van vandaag wordt door de VN onderzoek hiernaar gedaan maar er kan niet met zekerheid een verhoogde mortaliteit of aantal ziektegevallen worden aangetoond, gerelateerd aan de toen vrijgekomen straling.

In de VS waar decennia lang 20% van alle elektriciteit door kernenergie wordt opgewekt en Frankrijk waar dit zelfs 70% is, zijn al die jaren geen ongelukken gebeurd en is niemand ziek geworden. De meeste elektriciteit in de wereld wordt opgewekt met kolencentrales en het is dan ook goed de veiligheid van kolen en kernenergie te vergelijken. Jaarlijks sterven er wereldwijd meer dan een miljoen mensen aan fijnstof die vrijkomt bij de verbranding van kolen. Het grootste deel hiervan, 60%, komt uit de schoorstenen van kolencentrales. Om een eerlijke vergelijking te maken moet het aantal doden per geproduceerde hoeveelheid energie worden bekeken. Uit nevenstaande grafiek van het aantal doden per TWh geproduceerde elektriciteit is onmiddellijk duidelijk dat kernenergie veruit het veiligst is. De grafiek komt van “Our World in Data”

Voor alle duidelijkheid, een kernreactor kan nooit ontploffen zoals een kernbom kan. Voor een kettingreactie is een zekere hoeveelheid splijtbaar uranium nodig, tientallen kilo’s als het om niet al te zeer verrijkt uranium gaat. Als de kettingreactie uit de hand loopt en er teveel uraniumkernen tegelijk splijten vormt zich ook teveel Xenon dat de neutronen absorbeert, waardoor de kettingreactie stopt. Bovendien neemt door de hitte het volume toe, waardoor de neutronen verloren gaan in de ruimte en waardoor ook weer de kettingreactie stopt. Het probleem bij een uit de hand gelopen kettingreactie is de hoeveelheid splijtingsproducten die een paar dagen heel radioactief zijn en veel warmte produceren. Als die warmte niet effectief kan worden afgevoerd loopt de temperatuur zozeer op dat de behuizing en ophanging van de kern van de reactor smelten en alles op de bodem van de omhulling terecht komt. Dit is wat er in Harrisburg in de VS in 1979 gebeurde en in Fukushima in 2011. Hierop zijn de reactor en z’n behuizing ontworpen. Het opruimen hiervan is veel werk maar het kan gedaan worden en er hoeven geen doden of gewonden bij te vallen. Bij de zeer verouderde en slecht ontworpen reactor in Tsjernobyl ontbrak het extra omhulsel waardoor brandweerlieden in de directe omgeving zeer veel straling opliepen. Bij moderne reactoren is dit scenario niet meer mogelijk. Veel is geleerd van de afgelopen 60 jaar en alles is gedaan om dit soort situaties uit te sluiten. Tegenwoordig moet ook zonder tussenkomst van mensen en zelfs als alle systemen onbruikbaar worden een reactor zichzelf uit kunnen zetten en moet de hitte afgevoerd worden. Bestaande reactoren verbeteren voortdurend hun veiligheidssystemen en voldoen aan de allerlaatste, allerstrengste eisen. Hierdoor kunnen zelfs reactoren van bijna 60 jaar oud, mits goed onderhouden,  toestemming krijgen om nog eens 20 jaar langer in bedrijf te blijven.

Referenties