De daadwerkelijke reductie van CO2 uitstoot door het gebruik van fossiele brandstoffen is niet geholpen met de enorme aandacht voor windparken en zonneweides. Het doel is een reductie te bereiken van 50% in 2030 en 95% in 2050. Onderstaande grafiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek laat zien wat er in Nederland per jaar aan fossiele brandstoffen wordt gebruikt.
Ruwweg verbruiken we dus 3100 PJoules aan energie voor onze huishoudens, industrie, agrarische sector, vervoer, etc. Joule is de eenheid voor warmte en Peta (P), is de afkorting voor een 1 met 15 nullen. Joule wordt meestal als de eenheid voor energie gebruikt omdat de meeste energie die we gebruiken enige vorm van warmte is. Elektriciteit vormt maar een fractie van alle energieverbruik. Toch kunnen windparken en zonneweiden alleen maar elektriciteit opwekken en is voor de driekwart die niet direct met elektriciteit overweg kan dus iets anders nodig. Dat “iets anders” zou in sommige gevallen waterstof kunnen zijn.
Om verder te praten over elektriciteit is het handiger om het totale energieverbruik per jaar in kWh uitdrukken. 3100 PJoule is gelijk aan 867 miljard kWh (want 1 kWh = 3,6 miljoen Joule). Om een gevoel te geven voor hoeveel dat is: een gemiddeld huishouden in Nederland verbruikt 3000 kWh per jaar. Met 10 miljoen huishoudens in Nederland gezamenlijk is dat 30 miljard kWh per jaar ofwel 3,5% van het totale energieverbruik. Toch gaat de discussie over windparken en zonneweiden bijna uitsluitend over hoeveel huishoudens ze van stroom kunnen voorzien. Door deze berichtgeving blijft de 96,5% overige energie die ook moet worden opgewekt onderbelicht.
Terug naar de windparken: De windturbines van het Borssele 1 en 2 windpark hebben een vermogen van 8 MW en leveren per jaar 28 GWh als we aannemen dat ze 40% van de tijd draaien en stroom leveren. Van deze windturbines zouden er dan 31,000 nodig zijn voor ons jaarlijkse energieverbruik. Om echter ook iets de hebben voor de 60% van de tijd dat de windmolens niet draaien omdat er teveel of te weinig wind is, moet “iets anders” bedacht worden. Als dat “iets anders” waterstof zou zijn dat gemaakt wordt als de turbines draaien en dat gebruikt wordt als de turbines stilstaan, is daar bovenop nog eens een dubbel aantal molens nodig omdat het maken van waterstof uit elektriciteit, de opslag, en daarna het weer maken van elektriciteit uit waterstof een heel inefficiënt proces is. Dan praten we dus over pakweg 100,000 windturbines. De hoeveelheid beton en staal die hiervoor nodig is, is duizelingwekkend. Bovendien gaan windmolens 20 jaar mee zodat er ook nog eens 5000 per jaar, dus 10 tot 15 per dag, vervangen moeten worden en dat voor altijd.
Deze berekening is nog schrikbarender voor zonneweides want de opbrengst daarvan is nog lager dan die voor windparken. Alleen een energiebron met een veel hogere energiedichtheid kan realistisch zulke grote hoeveelheden energie opbrengen. Zo bezien is kernenergie veruit het gunstigst. Een moderne kernreactor met een vermogen van 1400 MW produceert per jaar 11 TWh. Om ons huidige energieverbruik per jaar op te brengen zijn dus 79 kernreactoren nodig. Een kerncentrale bestaat meestal uit meerdere reactoren, bijvoorbeeld 4. We zouden dan 20 kerncentrales nodig hebben, ongeveer evenveel als dat er nu kolen- en gascentrales staan. Bij kerncentrales heb je niet het probleem dat ze afhankelijk zijn van de wind; ze draaien meer dan 90% van de tijd en met 4 reactoren per centrale is continuïteit gegarandeerd. Kerncentrales leveren bovendien naast elektriciteit ook warmte.
Bovengeschetst beeld is echter te simplistisch. Kerncentrales kunnen uitstekend alle elektriciteit produceren die we nu al gebruiken en die we in de toekomst zullen gaan gebruiken als de elektrificatie van de samenleving verder doorzet. De moeilijke taak om de industrie van energie te voorzien is niet simpelweg met alleen kernenergie op te lossen. De warmte die kernrectoren kunnen leveren is geschikt voor een deel van de petrochemische industrie maar niet voor bijvoorbeeld de staalindustrie. Hier kan waterstof mogelijk een uitkomst bieden. Het ging er dan ook niet om te bewijzen dat kernenergie de oplossing voor alle energieproblemen is. Door echter vooral over windparken en zonneweides te praten wordt de indruk gegeven dat daarmee het doel van een 95% reductie in 2050 van de CO2 uitstoot gehaald kan worden. De getallen geven aan dat dit onrealistisch is en dat kernenergie onmisbaar is. Zelfs mét kernenergie is de uitdaging enorm: als we nu konden beginnen zouden we de komende jaren een paar reactoren per jaar moeten bouwen om in 2050 in de buurt te komen van de de doelstelling.