De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie NVDE schreef in haar laatste rapport van februari 2020 dat volgens het Klimaatakkoord Nederland in 2030 75% van haar elektriciteitsproductie uit duurzame bronnen moest komen. De elektriciteitsvraag in 2030 wordt door het PBL geschat op 130 TWh. Er zou dus 100 TWh uit zon en wind moeten komen. Aan de klimaattafels is toen besloten dat:
- 35 TWh op land moet worden geproduceerd
- 49 TWh wind op zee
- 46 TWh fossiel
Het verschil van 5 TWh zit hem wellicht in kleinschalige projecten die hierin niet zijn meegenomen. De 35 TWh op land is de opdracht aan de Regionale Energie Strategieën, de RES-en, om dit op te wekken. Martien Visser liet op 2 februari op Twitter zien dat volgens hem we dat doel nu al bijna bereikt hadden.
Hij stelt daarbij dat 50% in 2020 dus al gerealiseerd is en dat de pijplijn tot 2030 (die optelt tot vrijwel 35 TWh) projecten betreft met SDE-subsidie. Wat betreft de zekerheid dat die projecten ook doorgaan stelt hij dat voor een SDE-aanvraag men in detail dient aan te geven waar het om gaat, waar het project komt en vergunning/goedkeuring van de gemeente te hebben. Hij legt deze getallen nog een keer duidelijk uit in een gesprek met Remco de Boer in een uitzending in de serie van Studio Energie.